Positief onderwijsleerklimaat

Onder een positief onderwijsleerklimaat verstaan we een klimaat dat motiverend is en positieve energie genereert, voor zowel de medewerkers als studenten. Dit maakt het werken en leren prettiger èn het levert meer op in de zin van betere (school)prestaties.


Een positief leerklimaat maakt dat je je verbonden voelt met de school. Het gaat om het gevoel dat je erbij hoort, dat je gekend en erkend wordt en dat je trots kunt zijn op het feit dat je op deze school werkt of leert. Verbondenheid met de school als geheel, maar ook verbondenheid met elkaar, collega's en/of studenten. 

Verbondenheid ontstaat vanuit een gevoel van gemeenschappelijkheid: je werkt met elkaar naar een gemeenschappelijk doel, je deelt de interesse in een bepaald vak of beroep èn je voelt je verbonden met elkaar omdat je bepaalde waarden deelt. Te denken valt dan aan waarden zoals respect, veiligheid en verantwoordelijkheid. Daardoor wordt tevens voldaan aan de psychologische basisbehoeften van de mens om gemotiveerd te werken en te leren.

Naast verbondenheid, vormt structuur in feite het fundament van een positief leerklimaat. Structuur zorgt ervoor dat je weet waar je aan toe bent. Dankzij een aantal vaste afspraken en regels wordt de omgang met elkaar een stuk makkelijker. Wanneer studenten voldoende structuur krijgen, kunnen zij zich optimaal ontwikkelen. Dankzij dezelfde structuur kunnen medewerkers hun aandacht vooral besteden aan de inhoud van hun werk.

Structuur kent allerlei vormen, zoals:
  • een vast jaar-, kwartaal-, week- en dagritme;
  • het gebruik van faciliteiten waarover vaste afspraken zijn gemaakt;
  • allerlei beleidsdocumenten met kaders en richtlijnen;
  • klassenmanagement;
  • verwachtingen van elkaar in de vorm van gewenst gedrag, afgeleid van de gemeenschappelijke waarden (zo gaan we hier met elkaar om).

Met name dit laatste punt levert in de praktijk nogal eens problemen op. Verreweg de meeste mensen zullen het ermee eens zijn dat je de ander respectvol moet behandelen. Op het moment echter dat je deze gemeenschappelijke waarde vertaalt naar gewenst gedrag, kunnen verschillen optreden. Je kunt als docent verwachten dat studenten respect hebben voor jou omdat je docent bent, terwijl de studenten veel meer kijken naar de persoon achter de docent. Door hierover met elkaar in gesprek te gaan en ervoor te zorgen dat je weet wat je van de ander verwacht, krijgen de waarden ‘meer waarde’ en zullen zowel de docenten als de studenten beter in staat zijn om het gewenste gedrag te vertonen.

Bij faciliteiten denken wij vooral aan zaken als het gebouw, de inrichting en leermiddelen. De afspraken over deze faciliteiten zijn onderdeel van de structuur. Aan de andere kant zijn faciliteiten ook van invloed op hoe het leerklimaat wordt ervaren, hoe verbonden je jezelf voelt met de school en de opleiding.

Een positief leerklimaat kenmerkt zich dus door verbondenheid en structuur, afgeleid uit de kernwaarden van de school en weerspiegeld in het gedrag en de faciliteiten.